maandag 14 juli 2008

Wetenschappelijke bibliotheken en digitale data



Op de rand van het vakantieseizoen vond van 1-5 juli in op de campus van Koç University in Istanbul de LIBER-conferentie van Europese wetenschappelijke en nationale bibliotheken plaats. Digitale data speelden een hoofdrol in het programma en op de NCDD-website heb ik geschreven over de rol die de Leeuwarder Courant en het KB e-Depot speelden op de conferentie. Hier een aantal zaken die me in hun algemeenheid opvielen:


Digitalisering als 'eind' van het duurzaamheidstraject
Het valt me op dat wanneer bibliotheken hun conserveringsprojecten bespreken, zij vaak 'digitalisering' nog zien als het einde van het traject. Die kwetsbare oude kranten zijn nu gelukkig gescand en daarmee voor de toekomst bewaard. Soms hoor je een voetnoot over het feit dat duurzame opslag van die scans nog geregeld moet worden, maar meestal ligt die actie voorbij de horizon van het project – en, niet te vergeten, de verkregen financiering.

Kwantiteit versus kwaliteit
Ricky Erway van OCLC provoceerde haar toehoorders met een citaat van Lorcan Dempsey: 'Quantity has a quality all of its own'. Zet zoveel mogelijk materiaal met beperkte Dublin Core metadata op internet, dat is veel beter dan losse objecten volmaakt ontsloten op het web te zetten. Erway verwees o.a. naar de keuze die het KB e-Depot recentelijk maakte voor JPEG2000 in plaats van het veel omvangrijker TIFF-formaat (rapport). Diverse sprekers noemden ook het belang van context voor de wetenschap: het digitaliseren van individuele objecten heeft nauwelijks zin als de context er niet bij geleverd kan worden. Sijbolt Noorda, voorzitter van de Nederlandse VSNU, refereerde aan de belangrijke ‘art of throwing away’ – want de kosten van duurzame opslag zullen enorm zijn.

Digitale data en de rol van wetenschappelijke bibliotheken


Waar de universiteitsbibliotheken zelf graag een rol voor zichzelf zien in de digitale informatiehuishouding van universiteiten (zie bijvoorbeeld het UKB-beleidsplan 2007-2010), oordeelde VSNU-voorzitter Sijbolt Noorda dat 'very few [universiteitsbibliotheken] developed into sustainable integrated e-support services for research and teaching & learning'. Mogelijk hebben de bibliotheken hier een belangrijke boot gemist: de diensten die onderzoekers nodig hebben voor opslag en uitwisseling van digitale data zijn per wetenschapsdiscipline heel verschillend. De onderzoekers hebben die diensten vaak zelf ontwikkeld, op internationale schaal en buiten het UB-netwerk om. Bibliotheken zouden 'digital assistants' aan moeten bieden, zo suggereerde Noorda, die onderzoekers helpen bij het ordenen van hun informatie. Daarbij mag de digitale dienstverlening geen eenheidsworst worden: diversificatie per wetenschapsdiscipline is essentieel. Het recente rapport 'To share or not to share' van het Engelse Research Information Network (RIN) wijst in dezelfde richting.



Vertrouwen en digitale duurzaamheid
Iedereen is het er nu wel over eens dat digitale data allerhande traditionele grenzen oversteken, en dat het duurzame beheer ervan samenwerking en coördinatie vereist, maar hoe die samenwerking concreet gestalte moet krijgen, is voorlopig nog een lastig te beantwoorden vraag. Noorda gaf toe dat er de nodige vooruitgang is geboekt: zo worden in DARE en DRIVER de institutional repositories gelinkt. Maar hoe tillen we dit soort initiatieven naar een nationaal, Europees of wereldwijd niveau?

In de bus op weg naar het congresdiner sprak ik Michael Jubb, directeur van het Engelse Research Information Network. Hij vertelde me hoe Engelse instellingen worstelen met de vraag hoe ze hun elektronische journals het beste duurzaam kunnen opslaan. Bij de KB? Bij Portico? Bij de British Library? Hoe weet je dat je data daar veilig staat?

Bij het Gemeentearchief in Rotterdam hoorde ik in juni archivarissen dezelfde zorg uitspreken: hoe kan een ander dan een beëdigd archivaris ooit de juridische verantwoordelijkheid nemen voor de authenticiteit van digitale objecten - in juridische termen de garantie dat het digitale object exact dezelfde inhoud bevat als het analoge? Wie kun je vertrouwen?

Die laatste vraag kun je deels beantwoorden door te werken aan certificering van digitale depots, initiatieven als het Safe Places Network zoals door de KB ontwikkeld. Maar er is meer voor nodig. Iedere sector heeft zijn eigen beroepseer, zijn eigen normenkader, zijn eigen cultuur. En die is niet altijd gemakkelijk te koppelen aan de cultuur van andere sectoren. Maar de informatie die we bewaren krijgt voor de gebruiker juist enorme meerwaarde als de technische én inhoudelijke context de eigen sector overschrijdt. Om over efficiency van opslag nog maar te zwijgen.

(Foto's van boven naar beneden: campus Koç University; Sijbolt Noorda; conferentiezaal met het preservation panel: Helen Shenton (British Library), Eddy van der Noord (Leeuwarder Courant) en op het spreekgestoelte Marcel Ras (KB e-Depot); Michael Jubb.