maandag 21 februari 2011

18 april: webarchivering in Nederland: wie doet wat?

Dia1Webarchivering is een nieuwe discipline. En het blijkt een ingewikkelde tak van sport te zijn. Niet omdat het bewaren van een html-pagina moeilijk is, maar wel omdat een website nooit op zich staat: er worden allerhande objecten aangehangen (embedded) en het wemelt van de links naar andere websites. Het medium is ook nog eens vluchtig (de gemiddelde levensverwachting van een webpagina is ooit berekend op 44 dagen) en de hoeveelheid informatie eindeloos. Het .nl domein bevatte enkele jaren geleden al zo’n 2,4 miljoen websites, zo berekende de KB. En die veranderen continu.

In de eerste jaren van internet werd er soms een beetje denigrerend gedaan over informatie op internet. Vluchtig, en het bewaren niet waard. Daar zijn we inmiddels wel op teruggekomen. Het UNESCO Charter on the Preservation of Cultural Heritage bestempelt websites als waardevol erfgoed, en hoewel de Archiefwetgeving in de uitwerking wat achterloopt, zijn de archiefinspecteurs er al wel van overtuigd dat informatie op websites van belang is voor de ‘recht en bewijs zoekende burger’, en dus bewaard moet worden. In de wetenschap zien we zogenaamde ‘verrijkte publicaties’ – websites worden gebruikt om extra informatie te geven bij een gedrukte of digitale publicatie (zie mijn blog over The Other Josquin) .

 

Organisatie van webarchivering in Nederland


Dia2Maar wie gaat wat doen? Websites zijn geen boeken, geen (traditionele) archiefstukken, geen videobanden, geen fysieke museumstukken, geen wetenschappelijke artikelen. Websites lopen dwars door alle collectieprofielen heen. Ze zijn vaak een beetje van alles wat.
En dus moeten er goede afspraken gemaakt worden. Over wat er bewaard zou moeten worden en hoe, en wie wat voor zijn rekening neemt. Daar wil de NCDD een aanzet toe geven met een rondetafelbijeenkomst over webarchivering in Nederland, op 18 april a.s. Wie betrokken is bij webarchivering of daar plannen voor heeft, is welkom.

Ik wil hier benadrukken dat we het niet of nauwelijks gaan hebben over de technische aspecten van webarchivering. Dat is een thema voor een andere bijeenkomst (die ik trouwens ook best wil organiseren als daar behoefte aan is, maar dat terzijde). We willen het echt hebben over werkafspraken, wie archiveert welke websites? En wat wordt er dan gearchiveerd? Alleen een snapshot, een plaatje van de html-pagina, of ook de embedded objecten en de inhoud van de links? Hoe ver ga je daar in?

Dia5Een aantal dingen weten we. Bijvoorbeeld dat de KB al een aantal jaren een selectie van Nederlandse websites archiveert, maar dat er nog gewerkt wordt aan beschikbaarstelling (daar willen we natuurlijk meer van weten). Hoe ziet die selectie er uit en waarop is die gebaseerd? Ontslaan de activiteiten van de KB andere publieke organisaties van de plicht om te bewaren of niet? Ooit gaf een woordvoerder van het Nationaal Archief aan dat het NA websites zag als publicaties, die dus bij de KB thuis hoorden, maar voortschrijdend inzicht heeft ook daar toegeslagen. Beeld en Geluid verzamelt de programma’s van de omroepen. Maar archiveren ze ook de websites? Diverse gemeentes laten hun websites inmiddels archiveren door commerciële aanbieders (zie de hele discussie bij de LinkedIngroep Het Nieuwe DIV), maar hoe ver gaat die archivering, en is die Archiefwetwaardig? En wat doen wetenschappelijke initiatieven als bijvoorbeeld Archipol? Doen die dubbel werk ten opzichte van de KB of het NA of ligt dat anders?

blogEn wie oh wie gaat zich ontfermen over de duurzame toegang tot Duurzame Toegang? En over de tweets over digitale duurzaamheid waar die naar verwijst? Of vallen die door de mand bij het selectieproces?
Meld je aan voor 18 april, 13.30 tot 17.00, met napraatborrel, bij de KB. Er zijn geen kosten aan verbonden, maar aanmelding is wel verplicht in verband met de zaalcapaciteit en de catering. En we verwachten van iedereen actieve deelname aan de discussie – wat doet je organisatie aan webarchivering? Of: Wat zou je organisatie willen doen, maar ontbreken je de mogelijkheden? Wat is jullie visie op hoe de taken verdeeld zouden moeten worden?

Aanmelden kan bij mij (inge.angevaare@kb.nl) – met naam, functie, organisatie en een korte beschrijving van je bemoeienis met webarchivering. Zie ook de officiële flyer op de NCDD-website.


Zie ook:
de blog van Ingmar Koch van 23 februari over het bewaren van overheidswebsites
en de reactie van Peter Waters hieronder.

vrijdag 4 februari 2011

Eérst toegang, dan duurzaamheid

UnescoShafackHet spreekwoord luidt dat één beeld meer zegt dan duizend woorden. Deze foto maakte ik op 20 januari, voor de aanvang van de bijeenkomst ‘A Global View on Open Access’ die was georganiseerd door de Nationale Unesco Commissie. In de rijkdom van de Rembrandtzaal van het Trippenhuis in Amsterdam bereidt Rosemary Shafack, bibliothecaris uit Cameroen, haar lezing voor onder het wakend oog van beroemde wetenschappers uit het westerse verleden. Wat heeft zij te melden? Dat open access prachtig is, maar dat het niet zo veel uithaalt als je nauwelijks computers hebt, als je elektriciteitsnet onbetrouwbaar is en breedband al helemaal schaars. Dat Cameroense wetenschappers/wetenschappelijke instituten de auteursbijdrage van gemiddeld $2000 per artikel voor open access tijdschriften met geen mogelijkheid kunnen betalen. En dat het niet alleen nodig is om westerse kennis dáár te verspreiden, maar dat de wetenschap uit ‘het’ zuiden zich alleen zal ontwikkelen als daarvoor in het westen ook meer aandacht en aanzien komt. Dat is best een eenzaam verhaal. Later op de dag zagen we ook een foto uit Nepal, met meisjes die hangend aan een wankel touw over een onstuimige rivier naar school proberen te komen. Dat zet je wel even met beide benen op de grond. (Natuurlijk weten we sinds Rosling allemaal dat ‘het’ zuiden niet bestaat, maar dat terzijde.)

Deze foto vertelt weer een ander verhaal, maar is van dezelfde bijeenkomst. Hier wordt zichtbaar hoeveel VIPs er naar de bijeenkomst waren gekomen: Engelen van NWO, Dijkgraaf van de KNAW, een vicedirecteur van Elsevier, een directeur van OCW, iemand van de Europese Commissie, en ga zo maar door. Dat duidt op veel betrokkenheid en oprechte belangstelling. Die was er dan ook, en de discussies waren levendig. Maar dan denk je al gauw: wat kan het opleveren, zo’n bijeenkomst in het kleine Nederland?

Dat weet je maar nooit. In de Volkskrant stond vanmorgen dat in sub-Sahara Afrika zo’n 5% van de bevolking toegang heeft tot internet, vergeleken met 85% in Nederland. Een Nederlands bedrijf, Nice International, bouwt nu in Gambia ict-centra op zonne-energie. Op termijn kunnen die een miljoen Afrikanen toegang tot internet bieden. Het bedrijf is door het Amerikaanse ‘Unreasonable Institute’ uitgenodigd om het plan verder te ontwikkelen.

De duurzaamheid heeft tijdens deze bijeenkomst haar mond maar even gehouden. Eerst de toegang maar eens regelen. Gelukkig was de internetverbinding met de University of Buea, Cameroen, wel zo goed dat Rosemary Shaflack bij thuiskomst de foto’s aantrof van haar optreden in Amsterdam. Om aan haar collega’s te laten zien dat ze daar echt een presentatie had gegeven. ‘My warmest thanks’, schreef ze terug.

Zie ook het verslag van de bijeenkomst op http://www.unesco.nl/, en er komt een artikel van Jos Damen in de volgende InformatieProfessional.