zaterdag 19 april 2008

Nieuwe allianties,
nieuwe businessmodellen


Op vrijdag 18 april presenteerde het Instituut voor Beeld en Geluid onder de merknaam Proarchive een fraai dienstenpakket voor encoding, duurzame digitale opslag en beschikbaarstelling van audiovisueel materiaal voor organisaties die zelf geen digitaal depot kunnen of willen bouwen. Uit de vele presentaties haal ik hier twee elementen die van belang zijn voor de toekomst van digitale duurzaamheid:

Nieuwe allianties en coalities
In zijn keynote toespraak onder de titel 'Verleden vandaag' benadrukte Paul Rutten (hoogleraar digitale mediastudies in Leiden) hoezeer de traditionele afbakening van taken tussen de diverse media-instellingen (en daarbij kun je ook denken aan uitgevers, bibliotheken, archieven, de wetenschap) door de digitalisering onder druk is komen te staan. Zo archiveert de Koninklijke Bibliotheek websites, maar die bevatten ook uitzendingen van publieke omroepen die Beeld en Geluid tot zijn taak rekent; een regionaal archief is verantwoordelijk voor de digitalisering van kranten die ook door de KB worden opgeslagen; een student zoekt naar informatie over een onderwerp, en verwacht dat internet hem daar toegang toe geeft, ongeacht de vorm waarin die informatie beschikbaar is en waar die zich bevindt (boek, archiefstuk, televisie-uitzending).
Soms leiden deze 'grensgeschillen' tot fricties tussen instellingen die aan de ene kant aanvullende diensten bieden en samen willen werken maar aan de andere kant concurrenten zijn in de strijd om de schaarse middelen. De noodzaak om zichzelf te profileren leidt dan soms tot keuzes die niet altijd in het belang van de belastingbetaler zijn. De NCDD wil met al deze partijen graag om de tafel gaan zitten om te komen tot goede afspraken over selectie en mandaten. (Foto rechts: DANS, DEN, Beeld en Geluid en ECPA in gesprek - nieuwe allianties in de maak?).

Digitale duurzaamheid kost geld, van wieg tot graf
Zoals ook de Raad voor Cultuur en de Raad voor het openbaar bestuur onlangs bevestigden, kost het 'hebben' van digitale data jaarlijks geld, zo lang de informatie wordt bewaard. Het beleid van 'benign negligence' (zoals Adrian Wilson dat zo fraai formuleerde) werkte vaak nog wonderbaarlijk goed ten aanzien van informatie op papier, maar voor digitale informatie is het echt onbruikbaar geworden.


Heel langzaamaan krijgen we meer inzicht in wat digitale opslag kost - en dat valt niet mee. Beeld en Geluid is met Proarchive de eerste Nederlandse instelling die een prijskaartje aan digitale opslag hangt - voor het abonnement wordt in eerste instantie €1.000 per terabyte per jaar gevraagd (exclusief aanvullende diensten als metadatering, encoding en beschikbaarstelling). 'Wijzigingen voorbehouden' wordt er nadrukkelijk bij gezet, want abonnementen op digitale opslag zijn een nieuw product en men moet er nog ervaring mee opdoen. Van belang is ook om aan te tekenen dat Beeld en Geluid er bij deze prijsstelling van uit gaat dat de grote investeringen in de infrastructuur door het instituut al zijn gedaan en dat alleen het extra gebruik hoeft te worden vergoed, als dienst aan de samenleving. Voor profit-klanten zal men waarschijnlijk ook een ander businessmodel gaan hanteren.

Om een idee te geven: Beeld en Geluid zelf heeft op dit moment 1,3 petabyte aan digitale data en schat dat er bij andere Nederlandse instellingen nog zo'n 4,5 petabyte aan audiovisueel materiaal staat (exclusief audio, foto's en films). (1 petabyte = 1024 terabyte). Een hoeveelheid die dagelijks explosief toeneemt.

Zowel tijdens Economies of the Commons' als tijdens deze presentatie werd de vraag gesteld hoe we die duurzame financiering moeten vinden. Want vooralsnog is er vooral veel projectgeld om de digitalisering zelf te doen, maar weinig structureel geld om wat er gedigitaliseerd is ook goed te bewaren. Dat is een taai probleem - dat dringend om aandacht vraagt.

Geen opmerkingen: