woensdag 24 november 2010

Onderzoeksdata (3): het Europese landschap

APA Conferentie 2010 Aan het eind van de Alliance (kort: APA, Alliance for Permanent Access)-conferentie (zie ook vorige blogs) is het tijd om de balans op te maken. Wat zijn we opgeschoten ten opzichte van vorig jaar, en wat zijn de vooruitzichten?

aparsen-logo

 

Nieuwe Europese projecten: APARSEN EN ODE

Het APARSEN Network of Excellence volgens projectleider David Giaretta Onder de APA-paraplu zijn twee nieuwe Europese projecten gelanceerd (de website voor beiden is gloednieuw, en dus nog niet helemaal gevuld, maar daar wordt aan gewerkt). Eerst APARSEN (Alliance for Permanent Access to the Records of Science Excellence Network). In dat project werken maar liefst 30 (!) partners samen om een virtueel kennisnetwerk te vormen rond duurzame toegang tot wetenschappelijke bronnen (publicaties, data). Als we de enthousiaste projectleider David Giaretta mogen geloven, gaat dit project alles aan elkaar knopen wat eerder aan onderzoek is gedaan naar duurzame toegankelijkheid (CASPAR, Planets, SHAMAN, etc.) en het vervolgens toepasbaar maken in alle grote e-infrastructuren in Europa. Er zitten grote partners in, dat is zeker. En zelfs het NCDD-bureau gaat een bescheiden bijdrage leveren aan het ‘outreach’-programma. Zoals gisteren al geblogd zal de veelheid aan nationaliteiten en culturen ongetwijfeld ook tot een Toren van Babel leiden, maar gelukkig is een projectleider van de Europese Commissie ervan overtuigd dat het hier een necessary chaos betreft. Ikzelf zoek nog een beetje naar de focus in al die ambities …
Salvatore Mele van CERN, waar o.a. de grote HADRON deeltjesversneller is gehuisvest. ODE (Opportunities for Data Exchange), geleid door Salvatore Mele van CERN, is een ‘compact’ project dat ‘will gather evidence to support the right investment in a data sharing, re-use and preservation layer in the emerging e-Infrastructure’. Ergo: ervoor zorgen dat op de grote onderzoeksinfrastructuren die in Europa ontstaan ook daadwerkelijk een laag wordt gebouwd die ervoor zorgt dat onderzoeksdata duurzaam bewaard, hergebruikt en gedeeld kunnen worden. Want dat is momenteel nog lang niet overal het geval. Volgens Mele is de eerste taak van ODE: ‘collect success stories, near misses and honourable failures in data sharing, re-use and preservation’. Die ga ik in de gaten houden!
Eefke Smit van STM (li) met David Giaretta, Executive Director van APA, en zijn nieuwe boek 'Advanced Digital Preservation' (Springer, jan. 2011)
Overigens werd tijdens de bijeenkomst duidelijk dat hier inderdaad nog een wereld te winnen valt. Eefke Smit, van STM Publishers, liet resultaten uit het PARSE-Insight project zien, waaruit bleek dat de meeste uitgevers inmiddels wel maatregelen hebben genomen om de duurzame toegankelijkheid van hun publicaties veilig te stellen (vaak via bibliotheken, zoals bijvoorbeeld de Nederlandse KB), maar dat ze met data nog niets doen en dat ook niet van plan zijn. Dus blijft de vraag wie daarvoor verantwoordelijkheid neemt én wie ervoor gaat zorgen dat publicaties en onderliggende onderzoeksdata gekoppeld blijven.

 

De Alliance for Permanent Access zelf

De Alliance for Permanent Access (APA) zelf heeft een poosje, wat zal ik zeggen, een beetje gesukkeld. Dat gebeurt soms als de motor achter een organisatie (de executive director) niet de juiste man op de juiste plaats blijkt te zijn. Daarom was het mooi om te constateren dat de nieuwe Executive Director, David Giaretta, voortvarend van start is gegaan. APA leeft weer, en zit vol ambities en plannen. Op een iets andere manier dan bij de oprichting voorzien, namelijk nu ook als thuis voor projecten als ODE en APARSEN. Naast de taak als lobby en aanspreekpunt De APA Participants Meeting na de conferentie voor de Europese Commissie en haar kaderprogramma’s op het gebied van digitale informatie en e-infrastructuren. De Executive Board van APA wordt versterkt met Peter Doorn van DANS, die namens de NCDD zal optreden.
Europa kan ook wel wat hulp gebruiken, want onlangs de indrukwekkende lijst acroniemen die de revue passeerden, en waarachter belangrijke wetenschappelijke projecten en infrastructuren schuilgaan, noemde Salvatore Mele de bijdrage van de Europa aan een omgeving waar onvoorstelbare hoeveelheden data worden geproduceerd, nog maar een ‘drop in the ocean’. Hij vroeg EC-vertegenwoordiger Liina-Maria Munari of de Commissie niet iets kan doen om een sneeuwbaleffect te veroorzaken. Munari antwoordde politiek correct dat ze zich bewust was van de ‘drop in the ocean’, maar dat ze hoopte dat de technische voorzieningen volwassen zouden worden en genoeg plaats zouden bieden voor al die data. En dat de wetenschappers goed data-management zouden integreren in hun werk.

In Kajaani bouwt CSC in een oude papierfabriek een CO2-neutraal datacentrum 

Groen databeheer

Het Finse CSC (IT Center for Science) dat gastheer was voor de conferentie is het grootste wetenschappelijke datacentrum in Finland. Om ervoor te zorgen dat het databeheer CO2-neutraal wordt, bouwt CSC in Kajaani, in noord-Finland, een nieuw datacentrum in een oude papierfabriek. De koeling wordt verzorgd door het koude Finse klimaat en voor de rest van de energiebehoefte zorgen drie (bestaande) waterkrachtcentrales. Een mooi initiatief, dat ik om de een of andere reden niet helemaal kan rijmen met het feit dat de thermostaat in mijn hotelkamer continu op 23 graden stond, terwijl het buiten min 7 was. Maar misschien eis ik nu te veel.
Meer foto's op picasa.
Vincenzo Beruto, ESA

“Sustainability of earth science data preservation is not guaranteed in Europe” (Vincenzo Beruto, European Space Agency, ESA)

dinsdag 23 november 2010

Onderzoeksdata (2): een ‘nieuwe renaissance’?

Vlnr: Finse gastheer Kimmo Koski (CSC) en Sir John Wood (voorzitter, Riding the  Waves commissie) De Alliance conferentie werd vanochtend geopend door Sir John Wood, voorzitter van het hoogste wetenschappelijke adviesorgaan van de Europese Commissie (ERAB) en voorzitter van de commissie die Riding the Waves schreef (zie vorige blog). Alsof Wood die gelezen had [no such luck, Inge!], zei hij over de hoge ambities van Riding the Waves: ‘It is easy to write the words, isn’t it? Reality, how do we do it, is very different.’ Daarna volgde een lange lijst van projecten en digitale infrastructuren die al met Europees geld tot stand zijn gekomen, ik zal jullie de afkortingen hier besparen.

Alliance for Permanent Access (APA) conferentie in de Finse  sneeuw Maar hoe gaan we verder? Op Woods dia’s stonden keurig de aanbevelingen uit de diverse rapporten, maar in zijn toelichting liet hij doorschemeren dat hij het niet altijd eens is met hoe Europa investeert in de digitale agenda. Te veel kleine bedragen, waardoor de spoeling dun wordt. Risicovol onderzoek krijgt geen kans, terwijl daar juist echte kansen liggen. En mondiale zaken (hoe gaan we 9 miljard mensen van schoon water en eten voorzien?) worden te provinciaal aangepakt. Om een voorbeeld te noemen: voor EU-subsidies komen geen projecten in aanmerking Minder deelnemers dan vorig jaar in Den Haag. Vanwege de kou? waar partners van buiten de EU aan meedoen. Woods heeft de Commissie ooit aanbevolen om de projectgelden aan de lidstaten te geven onder voorwaarde dat ze met minimaal twee andere landen zouden samenwerken – de suggestie werd hem niet in dank afgenomen.

In opbouwende zin beval Woods aan om vooral holistisch te denken, over de grenzen van al die kleine disciplines heen. Hij noemde  het een nieuwe ‘renaissance’. Ook pleitte hij voor veel meer aandacht voor training. ‘We hebben momenteel domweg nauwelijks mensen die de enorme data-infrastructuren kunnen managen die we nu nodig hebben.’

Wouter Schallier van LIBER Later op de dag ontstond nog een mooie discussie met Wouter Schallier, de Executive Director van LIBER, de Europese organisatie van wetenschappelijke bibliotheken. LIBER ziet een nieuwe rol weggelegd voor bibliothecarissen in het managen van de data in onderzoeksprojecten en de wetenschappers die daarbij betrokken zijn. Met respect voor het beroep van bibliothecaris betwijfelde Woods of dat een goede insteek was. Liever ziet hij in de wetenschap een ‘data scientist’ ontstaan die de data managet en ze dan kant en klaar aflevert bij de digitale repositories.

Liina-Maria Munari (EC) in gesprek met Bart Severi (Vlaamse overheid)In de middag bleek trouwens dat rapporten als Riding the Wave, weinig concreet als ze soms zijn, wel degelijk gelezen worden in Brussel/Luxemburg en bijdragen aan visievorming door de Commissie. Twee sprekers namens de commissie lieten blijken dat ze het rapport goed gelezen hadden. Liina-Maria Munari (foto links) was goed te spreken over het nieuwe APARSEN project dat onder regie van de Alliance for Permanent Access wordt uitgevoerd en waaraan o.a. de KB meedoet. Dit moet leiden tot een Europees Centre of Excellence op het gebied van digitale duurzaamheid. Ze gaf toe dat het werken met vele talen en culturen (er zijn 30 partners!) hier een daar tot chaos leidt. ‘But that is chaos that must happen’ in een tijd van ‘grand, global challenges’. Dus toch een nieuwe renaissance?

zondag 21 november 2010

Onderzoeksdata in Europees spotlight (1)

DSC_0033 Na de archieven en de media (vorige blogs), zijn de komende dagen wat mij betreft gewijd aan wetenschappelijke zaken. Ik zit in (koud, donker en besneeuwd) Helsinki, waar de jaarlijkse conferentie van de European Alliance for Permanent Access to the Records of Science (APA) wordt gehouden – een organisatie die in Europees verband grip probeert te krijgen op al die datastromen en hun duurzame toegankelijkheid (foto rechts het Dipoli conferentiecentrum). Eerdere conferenties (2008, 2009) lieten zien dat er nog veel schort aan de duurzaamheid. Bij grootschalige onderzoeksfaciliteiten waar petabytes aan data worden geproduceerd, worden die vaak na een maand of zes gewoon gewist vanwege gebrek aan opslagcapaciteit. Nu zal ik de laatste zijn om te beweren dat we alles moeten bewaren, maar een beetje gericht beleid ten aanzien van wat we weggooien en wat we bewaren, lijkt me toch wel nuttig.

Europees ‘High-Level Rapport’ over onderzoeksdata


Daarom is het mooi dat juist vorige maand het High-Level Rapport Riding the Wave: How Europe can Gain from the Rising Tide of Scientific Data verscheen dat op verzoek van EU-Commissaris Neelie Kroes werd geschreven door een commissie van wijzen uit de wetenschap zelf. Het is een wervend geschreven rapport, ik kan niet anders zeggen, en alle belangrijke kwesties worden er overzichtelijk in benoemd. Voor niet-ingewijden dus een must. En ook voor de politici die de geldkraan beheren, want er wordt onverholen een beroep gedaan op overheden om meer geld te investeren in infrastructuren voor digitale wetenschap, omdat Europa het anders qua innovatie gaat verliezen van andere werelddelen.
Er staat een mooie visie 2030 in, waarin iedereen natuurlijk zijn data deponeert, en iedereen daar ook weer naadloos en interoperabel van kan genieten. Ter meerdere eer en glorie van een florerende wetenschap. Maar ik vind dat het rapport een beetje mank gaat aan realisme en pragmatisme. Het is weer een hoop we should en we would en weinig ‘zo gaan we dat aanpakken.’ Dat vindt ook Neelie Kroes, al zegt ze het wat voorzichtiger in edata&research (die 3 december in de bus valt c.q. op de website bekeken kan worden; ik heb net de proef bekeken). Ze zegt opbouwend dat we vooral realistisch en pragmatisch te werk moeten gaan. Waarbij ze waarschijnlijk doelt op het prijskaartje.
Wat me wel opviel, is dat de wetenschappelijke schrijvers van het rapport het thema vertrouwen hoog op de agenda hebben staan. Als onderzoeker moet je ervan uit kunnen gaan dat er zorgvuldig met je data wordt omgesprongen. Alleen dan zullen meer wetenschappers bereid zijn hun data met anderen te delen.
Morgen, tijdens dag 1 van de Alliance conferentie, geeft John Wood, de voorzitter van de commissie die het rapport schreef, de keynote. Ik ben benieuwd.
DSC_0078

vrijdag 19 november 2010

‘The Real Thing’ (2): conclusies over authenticiteit

aaapauzebis Wat hebben we overgehouden uit de bijeenkomst bij Beeld en Geluid afgelopen donderdag? Ik doe een poging tot een samenvatting:

1. Authenticiteit is geen zwart-witkwestie

In het digitale tijdperk, en zeker in het audiovisuele domein, is authenticiteit méér dan een zwart-witkwestie. Er zijn allerhande gradaties mogelijk, zie het schema van Wright in de vorige blog. Dat maakt het er allemaal niet gemakkelijker op, ‘maar wel boeiend’ (aldus Gaby Wijers van het NIMk). Je kunt ook uit veel perspectieven naar authenticiteit kijken: bewijsrechtelijk, ethisch, en ga zo maar door. Daarmee is het een dynamisch begrip.

2. Authenticiteit zit zelden in de bitstream zelf

Een middeleeuwse oorkonde met zegels eraan bewijst zijn eigen authenticiteit. In het digitale tijdperk is dat niet meer denkbaar. De bitstream kent geen handtekening of zegels.

3. Authenticiteit draait om de vraag: is het ding wat het beweert te zijn?

Er zijn vele definities voor authenticiteit: OAIS, TRAC, PREMIS, NEN 2082 en de Archiefterminologie 2007. Maar waar ze allemaal op neerkomen is de beantwoording van de vraag: is het ding wat het beweert te zijn?  Voor NEN 2082 hoort daarbij dat de persoon (die schrijft, mailt, etc.) degene is die hij zegt te zijn en dat het vermelde tijdstip klopt. In creatieve kringen wordt, zeker audiovisueel, veel nep geproduceerd. Ik zag tijdens Economies of the commons een mooie clip langskomen van internationale politieke kopstukken die samen een maf liedje zongen. Daar is helemaal niets mis mee, zolang er maar bij verteld wordt dat het nep is. Zo’n object is ‘true to itself’, en dus authentiek. Kijk maar eens naar dit filmpje waarin Joseph Pine uitleg geeft over de vierhoek real fake – fake fake – fake real – real real.

fakereal4. Authenticiteit in het digitale tijdperk is context

De archiefterminologie 2007 heeft het over ‘een controleerbare wijze van vorming, overlevering, bewaring en raadpleging’, en ik denk dat in die opsomming de kern ligt van authenticiteit in het digitale tijdperk – en tegelijkertijd De Uitdaging voor iedere archivaris: als de bitstream zelf geen antwoord kan geven op de authenticiteitsvraag, moet het antwoord uit de context komen. Een archivaris die authenticiteit wil aantonen van digitale objecten, moet kunnen bewijzen waar het object vandaan komt, wie het beheerd heeft. Welke voorzorgsmaatregelen steeds zijn genomen om te voorkomen dat er ongeautoriseerd mee geknoeid is. Welke controles er zijn uitgevoerd, welke migraties hebben plaatsgevonden.

vlnr Gaby Wijers (NIMk), Harry Romijn (AVA_net), Annemieke de Jong (BenG, projectleider Kennisbank) en Jan Müller (Beeld en Geluid) Dit heeft drie belangrijke praktische consequenties:

a) de administratie moet op orde zijn. Iedere handeling met een digitaal object zou idealiter moeten worden gedocumenteerd en in de metadata opgeslagen, in de submission information packages, de archival information packages en de dissemination information packages uit het OAIS-model (dat trouwens maar bekend was bij iets meer dan de helft van het publiek dat donderdag bij Beeld en Geluid zat, zo bleek bij handopsteken – zie uitleg bij de TaskForce Archieven).

b) als je authenticiteit wilt waarborgen moet je werken met betrouwbare partners, zowel in de productiefase als de daarop volgende fases van (tijdelijk/langdurig) beheer en beschikbaarstelling. En je moet eisen stellen aan de objecten die je opneemt, dat daarbij ook de nodige informatie wordt meegeleverd.

c) dit pleit voor korte lijnen tussen alle betrokkenen. Je wilt voorkomen dat er breuken ontstaan in de continue zorg voor digitale informatie.

En verder …

. . . sprak Richard Wright wijze woorden: ‘Don’t give up. Things go wrong but they can and will be fixed’;

. . . vindt Chido Houbraken (adviseur archieven) dat authenticiteit bij de KB iets anders is dan bij het Gemeentearchief Rotterdam, maar dat Beeld en Geluid zich kwalificeert als e-depot in de termen van Eisen Duurzaam Digitaal Depot (ED3);

. . . citeerde Jan Müller (directeur Beeld en Geluid) met genoegen Neelie Kroes, Europees Commissaris voor de Digitale Agenda, die onlangs nog zei: ‘Audiovisual archives should remain available for everybody forever.’

aaHetgaateromspannenbis

Foto links: De middagdip werd bestreden met een petje-op-petje-af quiz over audiovisuele media, gemaakt door Harry Romijn (AVA_net) en gepresenteerd door Jan Müller (BenG). Halverwege dreigde een impasse te ontstaan, omdat helemaal voorin de zaal experts bij uitstek Richard Wright (BBC) en Kara van Malssen (American Archive) (staand met pet) alle antwoorden kenden en de andere overlevenden hun voorbeelden rustig konden volgen. Gelukkig zorgden de simultaanvertalers voor wat verwarring, zodat Wright en Malssen – zeer tegen hun zin! – toch afvielen. De quiz werd gewonnen door Servaas Bollen van het Muziekcentrum Nederland, die op de knop mocht drukken waarmee de AVA_net Kennisbank officieel werd gelanceerd.

Overigens had Harry Romijn voor-het-geval dat een pittige shoot-outvraag voorbereid. Hoeveel videorecorders exporteerde Japan in 1990? En hoeveel in 2000?

Het atrium van Beeld en Geluid in de steigers - binnenkort wordt hier vandaan de Top 2000 uitgezonden

woensdag 17 november 2010

‘The Real Thing’ (1): authenticiteit en AV media

Welke is de meest authentieke Mona Lisa?Over authenticiteit, of, in het Engels, ‘The Real Thing’ c.q. in het Amerikaans, ‘The Real McCoy’, valt het nodige te zeggen. Dat bleek vandaag tijdens een vakseminar dat Beeld en Geluid en AVA_net organiseerden ter gelegenheid van de lancering van de AVA_net kennisbank. Neem nu deze twee Mona Lisa’s (foto rechts). Welke is authentieker? Léontine Meijer van de Reinwardt Academie legde het publiek uit dat de linkerversie die van het Louvre is en de rechter de versie die zou zijn ontstaan als het schilderij beheerd zou zijn door het British Museum, waar ze een ander beleid hebben t.a.v. vernissen. Om het maar simpel te houden. Zo zijn er ook archiefwettelijke aspecten aan authenticiteit, kunsthistorische, ethische, filosofische, en ga zo maar door.WorkshopArchiefrechtelijkeAuthenticiteitdoorChidoHoubraken In het digitale tijdperk wordt authenticiteit er niet makkelijker op, dat werd wel duidelijk. Chido Houbraken liet een middeleeuwse oorkonde zien waarin de authenticiteit opgesloten lag, door middel van de zegels die eraan hingen. Dat is nog eens overzichtelijk. Helemaal aan het andere eind van het spectrum kwam de presentatie van Gaby Wijers uit, van het NIMk, het Nederlands Instituut voor Mediakunst. Wat is de meest authentieke versie van een videokunstwerk? En wie bepaalt wat authentiek is? Wat gebeurt er als de afspeelapparatuur die een essentieel onderdeel is van het kunstwerk, niet meer beschikbaar is? Mag je het kunstwerk dan migreren of moet je het als verloren beschouwen?

Richard Wright van de BBC kwam met een denkkader: authenticiteit voor audiovisuele producten in gradaties (en Harry Romijn van AVA_net liet al snel zien hoe lastig het is om de fases van elkaar te onderscheiden n.a.v. een fragment loopgravenoorlog uit de Eerste Wereldoorlog dat boogt op authenticiteit, maar dat deels uit cinemabeelden blijkt te bestaan en deels uit echte oorlogsvoering die wel even is nagespeeld voor de camera omdat het anders te gevaarlijk was voor de filmploeg …).
Het kader van Wright:

Richard Wright met een niet uitgekomen voorspelling van de uitvinder van de film

Authenticiteit 1 is de originele gebeurtenis. Niks aan te doen. Is wat het is. Of was. Bij AV-materiaal bestaat zoiets, bij een boek niet. Een boek is altijd iets over Fase 1.

Authenticiteit 2. De eerste registratie van A1. Met 1 mechanisch oog en 1 microfoon op 1 medium.

Authenticiteit 3. De nieuwe master. De inhoud wordt losgemaakt van de eerste registratie en op een andere drager gezet. In het analoge tijdperk leidde dit altijd tot extra ruis, maar in het digitiale tijdperk kan dit in theorie een exacte kopie zijn. Helaas is de praktijk weerbarstiger (compressie, weergavefouten, etc.).

Een volle zaal bij Beeld en GeluidAuthenticiteit 4. Kopieën van A3, de nieuwe master. Toegangskopieën, bijvoorbeeld, in lage resolutie.

In de middag zou Gaby Wijers (NIMk) er nog een dimensie aan toevoegen: je kunt alles helemaal authentiek bewaard hebben, maar als er dan geen originele afspeelapparatuur meer is, wat doe je dan?

Kara van Malssen, van het American Archive, voegde de dimensie ‘schaal’ toe aan het debat: volgens schattingen van het IDC wordt in 2010 1.2 zetabyte aan informatie geproduceerd, en verwachten we in 2020 35 ZETABYTE (1 ZB = 1024 exabyte = 1024 petabyte = 1024 terabyte … ) … volg je me nog …..?

Een mens kan er moedeloos van worden, maar de middag bracht gelukkig ook een belangrijke stap voorwaarts: de lancering van de AVA_net Kennisbank http://www.avarchivering.nl/, een prachtig instrument, ontwikkeld door AVA_net, waarin niet zomaar bronnen worden aangeboden over AV archivering, maar experts hun commentaar geven bij de bronnen. Komt dat zien!

zondag 14 november 2010

‘Paying the costs of making things free’ (2)

Dolf Veenvliet van Blender Foundation - foto De  BalieDe Economies of the Commons (2) conferentie in Amsterdam zit erop, en zoals verwacht werd het een boeiende mix van creatieve audiovisuele geesten (zoals Dolf Veenvliet, van de Blender Foundation, hier op de foto, die de internet community gebruikt om o.a. prachtige animaties te maken, kijk maar eens naar Sintel op YouTube (blogpost over Sintel) en, wat zal ik zeggen, de wat gecompliceerdere zaken van de vrijplaats die internet heet te zijn: auteursrechtkwesties, de keerzijde van de medaille van private financiering zoals bijvoorbeeld door Google, de kosten, bijvoorbeeld van duurzaam beheer van digitale informatie. Je begrijpt al in welke categorie mijn bijdrage zat, The material shadow of digital culture.

Er is een prachtige website van de conferentie, met verslagen, videostreams (alles was live te volgen op internet), en foto’s, dus ik pik er een paar dingen uit die mij opvielen:

Live Stream uit De Balie vrijdagMooi was te zien hoe Harry Verwayen van Europeana het businessmodel van zijn organisatie neerzette: als een advertising agency, die voor maar 5 miljoen per jaar het hele Europese culturele erfgoed op de kaart zet.
Eelco Ferwerda, van Amsterdam University en het OAPEN-project citeerde John Houghton die becijferde dat Nederland heel wat geld zou besparen als alle wetenschappelijke publicaties open access zouden worden: 130 miljoen per jaar als de hele wereld mee zou doen, en 30 miljoen per jaar als Nederland alleen open access zou gaan. Is dat het winstpercentage van de traditionele uitgevers?, vroeg ik me af. Overigens voorspelde hij ook dat het traditionele uitgeefmodel definitief op zijn retour is. We zullen zien …

Sommige sprekers kwamen via Skype binnen - foto De Balie Wie zich nog het verslag van de NCDD cost-modelling workshop herinnert, weet misschien nog dat uit berekeningen uit wetenschappelijke hoek (KRDS) bleek dat de opname van gegevens, de ingest, daar verreweg de duurste fase was, met 50% van de geschatte kosten. Hans Westerhof van Beeld en Geluid had daar zaterdag duidelijk een andere mening over: opslaan is het probleem niet; de kosten gaan in de beschikbaarstelling zitten. De gebruikers stellen steeds hogere eisen, willen hun materiaal steeds sneller, in betere kwaliteit en beter geordend hebben. Ik speculeer dat dit te maken zou kunnen hebben met het feit dat Beeld en Geluid vooral vaste leveranciers heeft (de publieke omroepen) met wie goede aanleverafspraken kunnen worden gemaakt. Ook Beelden voor de Toekomst is een project met bekende leveranciers en relatief veel controle over bijvoorbeeld bestandsformaten. Dat zou hun ingest goedkoper kunnen maken. (Het gaat bij de publieke omroepen trouwens wel om 16 uur video per dag à 30 gigabyte per uur …).

Westerhof had aan het eind van zijn bijdrage pragmatisch advies voor instellingen die duurzame beschikbaarstelling betaalbaar willen houden. Dingen die instellingen zelf kunnen doen (in tegenstelling tot zaken als auteursrecht en overheidsfinanciering, die je niet zelf in de hand hebt:
  • schaalgrootte zoeken – daar valt heel veel mee te besparenHans Westerhof van Beeld en Geluid en Beelden voor de Toekomst Foto De Balie
  • personeel aantrekken met digitale vaardigheden als ouder personeel met pensioen gaat
  • handmatig werk (zoals bijv. metadatateren) automatiseren
  • gebruik maken van crowdsourcen
  • ‘understand and own the digital age’ – we denken nog te analoog, moeten ons het denken eigen maken in termen van een digitale realiteit
  • samenwerken.
En er zijn vier zaken waar we (als erfgoedinstellingen) beter in moeten worden:
  • echt digitaal worden – digitaal gaan denken
  • samenwerken – ook al is dat niet altijd gemakkelijk
  • onderhandelen met leveranciers van diensten en producten – alleen met up-to-date kennis kun je een goede opdrachtgever zijn
  • het beter verkopen van de toegevoegde waarde van wat we doen – Beeld en Geluid kan bijvoorbeeld aantonen dat snellere beschikbaarstelling leidt tot meer productiviteit bij de publieke omroepen.
Jeff Ubois: The public has no access to long-term archiving. Foto De BalieHet laatstewoord was aan Jeff Ubois (o.a. van Intelligent Television), die voor een Amerikaan toch wel opmerkelijke kanttekeningen zette bij publiek-private samenwerking zoals bijvoorbeeld met Google. Zulke samenwerking is nooit gratis, was zijn betoog. En hij vroeg – zeer terecht – aandacht voor het archiveren van persoonlijke archieven en documenten: ‘The public has no access to long-term archiving. Libraries, Archives and Museums should support self-archiving.’ Dat is inderdaad een teer punt, daar hebben we als erfgoedinstellingen nog veel werk te verrichten.

Je zult er maar onder staan, die infrastructuur van de NCDD - Inge Angevaare, NCDD - Foto De Balie
Tegen de borrel was er nog iemand in het publiek die een drastische oplossing had voor het probleem van kosten van digitale beschikbaarstelling: alles gewoon off-line opslaan en mensen die de opnames willen hebben moeten maar net als vroeger naar Beeld en Geluid komen. Dat spaart ook een heleboel elektriciteit.

Tja, we kunnen natuurlijk ook weer gewoon op kleitabletten gaan schrijven, toch?

(de foto’s zijn dit keer van De Balie, creative commons licentie)

woensdag 10 november 2010

'Paying the costs of making things free'

De gebruiker verwacht dat (bijna) alles op internet gratis is, en hergebruikt, gemixt en gemasht mag worden. In de wetenschap is open access steeds meer de norm: zoveel mogelijk informatie die met publiek geld is verzameld moet ook gratis ter beschikking worden gesteld van andere wetenschappers. Want zo vergroot je het creatieve vermogen van de wetenschap, maar ook van de hele samenleving.
Er zijn marktpartijen die hier natuurlijk anders tegenaan kijken: uitgevers, platenmaatschappijen, filmmaatschappijen, die hun investering terug willen verdienen en winst willen maken.
Maar zelfs zonder dat 'winstoogmerk' zitten er heel wat haken en ogen aan een 'gratis' internet. Voor niks gaat nog steeds de zon op, maar verder hangt overal een prijskaartje aan. Duurzame toegankelijkheid, om maar eens iets te noemen. Het beheer van digitale spullen om ze leesbaar en bruikbaar te houden, waar miljoenen in geinvesteerd moeten worden.
Over al deze tegenstrijdigheden gaat het congres 'Economies of the Commons 2' dat De Balie in Amsterdam a.s. vrijdag en zaterdag organiseert in samenwerking met Beeld en Geluid, Beelden voor de Toekomst, Virtueel Platform, KennisLand, en nog enkele partners. Die titel is voor Nederlanders misschien niet zo heel toegankelijk, dus zet ik deze blogpost liever onder de ondertitel: 'Paying the costs of making things free'. 'Commons' is een Engelse term voor alles wat van iedereen is of lijkt te zijn, gemeenschappelijke weides of visgronden. Inmiddels is de term in het Engels behoorlijk ingeburgerd voor digitale informatie op internet, bijvoorbeeld in de juridische creative commons licenties. Zelf weet ik niet of de term nu wel zo duidelijk is, en in mijn bijdrage zaterdagmiddag zal ik er ook vraagtekens bij zetten.
Maar dit neemt niet weg dat het een boeiend gebeuren lijkt te gaan worden, met veel bijdrages uit het audiovisuele wereldje waar (in mijn ervaring van de vorige ecommons, in 2008) veel zichtbare creativiteit rondwaart. Voor maar €15 (1 dag) of €25 (passepartout) ben je welkom.

woensdag 3 november 2010

Het NCDD-netwerk

ACDD, CCDD, NCDD, DEN, … de afkortingen vliegen ons om de oren. Om inzichtelijk te maken hoe het allemaal samenhangt heb ik deze figuren gemaakt:

Dia1


Dia2
Meer uitleg op de NCDD-website.
Ik hoop dat dit helpt; commentaar welkom ;-)