vrijdag 3 oktober 2008

iPRES 2008 (2):
"Joined up and working"?


(iPRES 2008, blog 2) De organisatoren hadden voor de iPRES 2008 een optimistisch motto gekozen: "Joined up and working". Dat was ook de sfeer waarin Adam Farquhar, Hoofd 'Digital Library Technology' bij de British Library en actief in het Europese PLANETS project, de conferentie opende: er gebeurt van alles, 'research is paying off', er komen eindelijk commerciële archiveringssystemen op de markt en men werkt samen over lands- en disciplinegrenzen heen.

Twee dagen en zo'n 66 (! - sommige in parallelsessies) lezingen later was het Steve Knight van de National Library of New Zealand die de conferentie heel wat nuchterder sloot: ja, er gebeurt van alles, maar "joined up and working" zijn we nog lang niet. Waarom wordt er bijvoorbeeld op twee plekken onafhankelijk van elkaar gewerkt aan registers van digitale bestandsformaten (Global Digital Format Registry GDFR in de VS en PRONOM in Engeland)? Waarom worden gereedschappen als Jhove2 (VS) en DROID (UK), die elkaar in elk geval deels overlappen, los van elkaar ontwikkeld? En wie of wat gaat er voor zorgen dat de resultaten van het EU PLANETS project na afloop van het project worden onderhouden en daadwerkelijk gebruikt kunnen worden?

Ook de sessie over nationale en internationale samenwerkingsverbanden leverde de constatering op dat samenwerking, hoewel hoog op een ieders beleidsagenda, in de praktijk nog erg lastig te realiseren is. De betrokken organisaties en disciplines hebben soms te verschillende belangen om goed samen te kunnen werken en vaak ontbreekt er zoiets fundamenteels als vertrouwen in elkaars oplossingen (met name vaak voelbaar in de discussies tussen bibliotheken enerzijds en archieven anderzijds).

Daar komt bij, zo merkte Martha Anderson van de Amerikaanse Library of Congress terecht op, dat culturele erfgoedinstellingen vaak moeten concurreren om schaarse (overheids-)middelen. Dat vraagt om duidelijke profilering van de eigen instelling, niet om samenwerking (en efficiënte gebruikmaking van overheidsgelden!).

Wat betekent dit voor initiatieven als de NCDD, maar ook voor de Europese koepel Alliance for Permanent Access kun je je afvragen. Enerzijds dat een hecht samenwerkingsverband niet vanzelf ontstaat, dat voor het winnen van vertrouwen tijd en veel inspanning nodig is. Maar misschien valt er ook inspiratie te halen uit het Amerikaanse voorbeeld. Martha Anderson vertegenwoordigt het National Digital Information Infrastructure and Preservation Program NDIIPP (spreek uit: nndip), en publiceerde daar onlangs een interessant artikel over in het International Journal of Digital Curation. NDIIPP is ontstaan in 2000 toen het Amerikaanse Congres 100 miljoen dollar ter beschikking stelde voor digitale duurzaamheidsprojecten. Geld is uiteraard een mooie drijfveer voor samenwerking, maar nu het geld zo'n beetje is uitgegeven, ziet Anderson dat vooral rond de content, rond inhoudelijke overeenkomsten tussen collecties, op heel natuurlijke wijze netwerken van samenwerkingspartners ontstaan. Binnen zulke netwerken ontstaan ook diverse 'stewardship' rollen die partners in het geheel kunnen vervullen. Het programma heeft inmiddels een stevige basis in de Amerikaanse samenleving, zo stevig dat organisaties er bij willen horen ook al levert het niet direct geld op.

Zouden we zoiets in Europa ook kunnen bouwen? Het is misschien geen toeval dat het succesvolle Duitse 'Kompetenznetzwerk Langzeitarchivierung' nestor zijn financiële start heeft gekregen van het Duitse Ministerie voor OCW.

(Zie ook het uitgebreide verslag van Chris Rusbridge van het Digital Curation Centre, die dieper ingaat op de meer technische lezingen; de teksten van de lezingen worden binnenkort gepubliceerd op de website van de conferentie.)

Geen opmerkingen: