zondag 25 april 2010

UK Digital Curation Centre in Nederland: het stellen van de vragen is belangrijker dan een perfecte optelsom

DSC_0013 Het Engelse Digital Curation Centre (DCC) ontwikkelt al een aantal jaren instrumenten om duurzame toegankelijkheid van onderzoeksdata te bevorderen. Bekende producten zijn het DCC Lifecycle Model en (in samenwerking met andere organisaties) DRAMBORA en DAF. Daar hebben de meesten van ons wel eens van gehoord, maar wie weet er nu echt het fijne van? Het was dus een uitstekend initiatief van het 3TU. Datacentrum om drie trainers van het DCC naar Nederland te halen. Eerst was er een mini-symposium met wetenschappers. Daar was ik niet bij, maar naar verluidt ging het daar 'meer om de wetenschap dan om datamanagement'. In deze tijdens een theepauze opgetekende observatie klinkt enige teleurstelling door, maar ik zou bijna zeggen: wat wil je? Voor ons mag datamanagement dan een doel zijn, voor de wetenschapper is het meestal maar een middel. En ook de organisatoren van 3TU (Alenka Prinčič en Ellen Verbakel) keken er wat filosofischer tegenaan: het is een begin van de dialoog.

Het tweede evenement was een eendaagse cursus 'Curation 101 lite' voor collega's van het 3TU.Datacentrum. Nu betekent '101' in het Angelsaksisch taalgebruik beginnersniveau, en de term 'lite' doet daar nog een schepje bovenop, maar wie naar Delft kwam voor een luchtige vrijdag kwam bedrogen uit. Het  tempo waarin de trainers de DCC Lifecycle, DRAMBORA en DAF de revue lieten passeren lag erg hoog. (Links vlnr Alenka Krinčič van TU Delft, Sara Higgins, Sara Jones, Joy Davidson en Ellen Verbakel van TU Delft). Dat is ook niet verwonderlijk als je bedenkt dat de cursus eigenlijk een driedaags evenement is. Gelukkig kregen we na afloop een dik 'course pack' mee (voor het bijeenrapen waarvan de trainers zowel hun thee- als lunchpauze offerden) waarin we het allemaal nog eens na kunnen lezen.


Wat zijn het voor modellen die het DCC heeft ontwikkeld? Eerst het Lifecycle model (zie ook de Nederlandse vertaling door Ingmar Koch). In feite is dat niet meer of minder dan een logische opdeling in stappen van alles wat er bij duurzame toegankelijkheid komt kijken. Waar moet je allemaal aan denken? Welke functies moet je benoemen en organiseren? Het is vooral gericht op wetenschappelijke onderzoeksgegevens, en idealiter maakt de producent van de gegevens, de onderzoeker, al gebruik van het model bij het opstellen van zijn datamanagementplan. Zoals gebruikelijk bij dit soort modellen is het een heel pak papier, maar ik moet zeggen: als je stap voor stap wordt meegenomen in de logica, dan gaat het wel meer leven. En zoals Joy zelf diverse keren benadrukte: het gaat niet om het precies invullen van alle oefeningen om 'juiste' uitkomsten te krijgen, maar om jezelf de discipline op te leggen om de juiste vragen te stellen -- voordat je ergens aan begint.

DRAMBORA en DAF zijn later (mede door DCC) ontwikkeld, toen in de praktijk bleek dat het Lifecycle Model geen antwoord gaf op alle vragen. DRAMBORA is een instrument dat alles wat je doet in het teken zet van risicomanagement. Wat mij betreft een hele zinvolle benadering. Hoeveel je investeert laat je afhangen van welke risico's voor jouw organisatie het meest bedreigend zijn. Als je hele dienstverlening in elkaar stort wanneer digitale collecties niet toegankelijk zijn, moet je daar snel mee aan de slag. Als niemand het eigenlijk zal merken wanneer een bepaalde collectie niet meer bereikbaar is, dan .... enfin, vul zelf maar in.

DAF (Data Asset Framework of Data Audit Framework, er is weer eens sprake van een naamsverandering) is een instrument dat je kunt inzetten wanneer je bij onderzoekers gaat inventariseren wat voor informatiestromen ze hebben en hoe het is gesteld met hun datamanagementpraktijken. Op basis daarvan kun je gerichte adviezen formuleren ter ondersteuning van het onderzoeksproces.

Aan het eind van de dag zijn er natuurlijk altijd vragen bij de praktische toepasbaarheid van dit soort instrumenten. Want als je het goed wilt doen, gaat er erg veel tijd in zitten, gaf ook Joy Davidson toe. Een collega van de TU Eindhoven vond het allemaal wel erg theoretisch. 'Wij doen gewoon,' zei hij.

Zelf vond ik de ontmoeting erg inspirerend met Mark van Koningsveld, van  http://www.openearth.eu. Wij van de archieven klagen vaak dat het moeilijk is om onderzoekers te verleiden tot het duurzaam opslaan van hun data. De mensen van Deltares ontwikkelden daar een heel praktische en laagdrempelige stimulans voor: zij ontwierpen een manier om allerhande data uit de waterbouwkunde te koppelen aan Google Earth en daarmee fantastische visualisaties te maken. De onderzoekers zijn zo blij met die visualisaties dat ze hun data ervoor beschikbaar willen stellen. Helaas wordt het initiatief bedreigd door geldgebrek. NWO, kunnen jullie daar niet wat aan doen?



Foto in het midden: de trainers offeren hun lunchpauze op om de deelnemers aan een course pack te kunnen helpen.

zaterdag 17 april 2010

Raad voor Cultuur: netwerktaken even belangrijk als kerntaken

De Raad van Cultuur heeft onlangs het vervolg gepubliceerd op het rapport "eCultuur: van i naar e". Het rapport is getiteld: Netwerken van betekenis: netwerktaken in digitale cultuur en media. De Raad geeft aan dat de organisatievormen zoals we die kennen uit het analoge tijdperk vaak niet meer werken en wijst in de richting van een 'netwerkstructuur' die flexibeler en minder hiërarchisch is dan we gewend zijn. Er moet een nieuw evenwicht ontstaan tussen de eigen identiteit van instellingen en de rol die ze spelen in de infrastructuur, de netwerkrol. Instellingen moeten niet alles zelf willen doen, dat is niet meer haalbaar. Ze moeten een goede taakverdeling maken - op basis van heldere keuzes die iedere organisatie maakt. De Raad beveelt de overheid aan om alle instellingen te verplichten niet alleen hun kerntaken te definiëren, maar ook hun netwerktaken. 'In de praktijk', zo schrijft de Raad, 'krijgen kerntaken altijd voorrang op "perifere" activiteiten als samenwerken met andere instellingen. ... Door kerntaken uit te breiden met netwerktaken krijgen samenwerkingsverbanden een heldere positie.' (p. 18)

Duurzaamheid is natuurlijk bij uitstek een onderwerp dat in zo'n plaatje past. Lang niet alle instellingen zullen een digitaal archief kunnen onderhouden. Misschien zijn er ook wel instellingen die geen toegang willen verzorgen. Dat is allemaal prima, als je het in een overkoepelend netwerk met elkaar kunt afspreken, zoals de NCDD wil in de Strategienota die begin juni gepubliceerd wordt.

Maar, waarschuwt de Raad (p. 7): 'Dit betekent in de praktijk: meer samenwerking, meer overleg, meer afstemming, en meer aandacht voor de eigen identiteit in relatie tot de omgeving. Maar ook: tragere besluitvorming, soms moeizame onderhandelingen, rolverwarring, foute inschattingen, en ongetwijfeld ook mislukkingen.'

We kunnen onze borst natmaken ;-)

Overigens signaleert de Raad voor Cultuur dat in het NCDD-rapport 'de musea volledig ontbreken'. 'Dat zou deze sector zich aan moeten trekken' (p. 23).

De Raad breekt een duidelijke lans voor steun voor duurzame toegankelijkheid vanuit de overheid: 'Het vergt ook een onverminderde inzet van de overheid op deze backoffice en het erkennen van het belang van de infrastructuur voor behoud en beheer van de waardevolle digitale content. Zonder deze erkenning krijgt netwerken geen kans en kan er geen sprake zijn van een te ontwikkelen sociale meerwaarde.' Waarvan akte!

donderdag 8 april 2010

2060: wat weten we dan nog over 2010? - omnibuseditie

Kijken we in 2060 net zo minzaam glimlachend tegen 2010 aan als we nu tegen de dame op de conferentieposter aankijken?

Soms moet je even naar het buitenland om je te realiseren dat het thuis zo slecht nog niet is ... Vandaag ben ik in Turijn te gast bij de Fondazione Telecom Italia die een conferentie heeft georganiseerd rond de vraag wat men in 2060 over ons huidige leventje zal weten aan de hand van digitale bronnen, oftewel 2060: con quali fonti si fara la storia del nostro presente? Het is opmerkelijk dat juist een private partij hier in Italië zo'n conferentie organiseert, want in Nederland hebben we bij bedrijven niet zo veel interesse voor het verleden aangetroffen (zie de Verkenning). Bovendien is de Politecnico van Turijn, een technische universiteit, mede-organisator en als je al die elementen bij elkaar brengt ontstaat als het goed is een mooie interactie tussen technologie, wetenschap (sociologen, historici) en een paar vertegenwoordigers van archiverende instellingen (NCDD, European Archive Foundation en een Italiaans archief).
De toon van de conferentie is vooral toegankelijk en de verslaglegging enigszins lichtvoetig - zie dit portret door cartoonist Joshua Held (Thenoses.com) ['In het panel ook Inge Angevaare, coordinator van de NCDD' --- 'De Hollanders leven al minstens 100 jaar in 2060'] - Maar het respect voor wat we in Nederland doen op het gebied van duurzame toegankelijkheid en voor wat we met de NCDD proberen te bereiken is welgemeend. Ik ben zelfs voor een sound bite van 30 seconden door de RAI geïnterviewd.

Misschien kan ik jullie later nog interessant nieuws van de Italianen zelf melden, maar door een organisatiefoutje heb ik vooralsnog weinig meegekregen van wat er allemaal in het Italiaans is besproken (ik was Nederlands op tijd, de simultaankoptelefoons volgens Italiaans gebruik een half uur achter op schema). Fabio Di Spirito, SG van de Fondazione Telecom Italia - incognito ;-)Alleen mijn eigen panel was (voornamelijk) in het Engels. Daarin werden vooral de algemene thema's benoemd waar we vaker over schrijven en spreken: hoe gaan we selecteren in het digitale tijdperk? Wat voor instellingen heb je daar voor nodig? En hoe authentiek is wat we (al dan niet met behulp van photoshop) achterlaten. Luca de Biase, een medepanellid en journalist van een Italiaanse krant die vandaag maar liefst vijf pagina's wijdt aan duurzame Panelleden vlnr Leila Medjkoune, European Archive Foundation; Luca de Biase, krant Nova-Il sole 24ore en Serge Noiret, European University Institute toegankelijkheid, benadrukte dat we moeten leren leven met complexiteit, en dat vraagt een andere benadering dan wanneer we denken dat er ergens een eenduidige ''oplossing" is. Die visie steun ik helemaal; onze samenleving zit echt in een fundamenteel veranderingsproces - met regels en wetten kom je er niet, dat laat de overheid wel zien. Zoals de Algemene Rekenkamer onlangs zei: Duurzaamheid is mensenwerk.

Gastvrij is Telecom Italia in elk geval wel: een auto met chauffeur op het vliegveld, een goed hotel, twee copieuze diners, een badge met 'Prof.ssa Inge Angevaare' - je gaat je er VIP van voelen. Maar vooral zijn  hier heel veel aardige en geïnteresseerde mensen.

Keynote spreker Chiara Ottaviana (Cliomedia Officina) met Serge Noiret, een Belg die al dertig jaar voor het European University Institute werkt en die het NCDD-rapport voor Italie 'ontdekte'.

18.00 u - In Italië dénk je op dit tijdstip nog niet aan eten, dus kan ik jullie rustig melden dat de keynote speech die ik gemist had vanochtend een gedegen inleiding bij het onderwerp digitale duurzaamheid was, die ik nu regel voor regel aan het ontcijferen ben. Een drietal parallelsessies over de specifieke vraag wat we voor diverse disciplines nu precies moeten gaan bewaren, moest ik aan me voorbij laten gaan, want daar was geen vertaling bij. Tijdens de middagsessie kwamen vooral de wetenschappers aan het woord, die benadrukten hoe belangrijk allerhande persoonlijke documenten zijn voor de geschiedsschrijving. De loop van de geschiedenis is immers nooit een rechte lijn - ieder individu ervaart dat weer anders. Er kwam een aantal initiatieven aan bod dat die persoonlijke documenten verzamelt; zo is er in Italië een heuse 'Libera Università dell'autobiografia di Anghiari', waar vrijwilligers, voornamelijk vrouwen van middelbare leeftijd, hun autobiografieën schrijven - om te archiveren. Zo leerde ik ook dat we wat we weten van het dagelijks leven tijdens de oorlogsjaren vooral aan vrouwen te danken hebben; mannen vinden dat blijkbaar niet belangrijk genoeg om over te schrijven.

De wetenschappers gingen niet in op de vraag wat het digitale tijdperk betekent voor dit soort bronnen. Waarschijnlijk omdat ze dat nog niet overzien. Daarom was het laatste woord aan onze dag-cartoonist, Joshua Held:

DSC_0101

(wat ongeveer betekent:) 'Ik ben die telefoon van jou goed zat.' 'Nouja zeg, ik ben [voor de wetenschap] mijn persoonlijke geschiedenis aan het schrijven!' [tweet] Ik sta bij de bushalte [tweet] Ik loop naar de post [tweet] Ik steek de straat over'.