Vandaag mocht ik voor één keer met de boot naar mijn werk. Op bezoek bij het NIOZ, het Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek op Texel. Waar meer dan 200 mensen wereldwijd onderzoek doen naar oceanen en zeeën. En waar een bevlogen Data Management Groep dicht op de productiefase zit om data uit zeeonderzoek binnen te halen en die samen met de data uit andere instituten geïntegreerd ter beschikking te stellen aan de hele wetenschap (via SeaDataNet). Het hoofd van de groep, Taco de Bruin, heeft dan ook zelf een flink aantal jaren gevaren op een onderzoeksschip van het NIOZ en vertelt even enthousiast over het bodemkarretje MOVE, dat ook door het NIOZ werd ontwikkeld, als over het feit dat zijn groep de eerste was die aan alle standaardiseringsvoorwaarden voldeed van het Europese SeaDataNet (met dank aan Ronald de Koster).
Een van de leden uit de Data Management Groep, Ira van den Broek, heeft de afgelopen anderhalf jaar monnikenwerk verricht door na afloop van het International Polar Year de data binnen te halen van alle Nederlandse projecten binnen dat megaproject, dat liep van medio 2007 tot medio 2008. En daarbij kwam hij de nodige onaangename verrassingen tegen: wetenschappers die anno 2008 nog een jaar onderzoek gewoon op hun laptop hebben opgeslagen. Het heeft Ira de nodige bescheidenheid bijgebracht: hij noemt zich nadrukkelijk dienstverlener, voor het datamanagement binnen wetenschappelijke projecten. En de Data Management Groep biedt ook hulp bij het vinden van bestaande gerelateerde informatie die lang niet altijd bekend is bij de wetenschapper. In het vervolg wordt hij overigens liever in de planningsfase bij projecten betrokken – maar die keuze heeft een archief niet altijd.
Hoe duurzaam worden al die gegevens opgeslagen? In principe voor de eeuwigheid, vertelt Taco. De scheepsverslagen, de cruise reports komen binnen in Word, wat niet echt duurzaam heet te zijn. En veel bijlagen zijn er in excel, dat op een Mac tijdstipberekeningen anders uitvoert dan in Windows … maar alle gegevens worden vervolgens verwerkt in een relationele database, en de metadata daarin zijn door de oceanografen al flink gestandaardiseerd.
Waar Taco zich soms wel zorgen om maakt is het feit dat het nog altijd lastig communiceren is, dat de een van de ander vaak niet weet wat hij doet. Dat men bijvoorbeeld niet weet dat het NIOZ een nationaal datacentrum is, en men dus elders het wiel weer opnieuw gaat uitvinden. Misschien omdat Texel ver weg is? Uit ervaring kan ik zeggen dat dat reuze meevalt. Laptopje mee in de intercity en je bent er voordat je het weet. Die boottocht doe je voor je plezier - terwijl het werk gewoon doorgaat, want de veerboot Den Helder-Texel voert continu metingen uit voor het NIOZ. Trouwens: wat een werkplek, daar op het puntje van Texel … !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten