vrijdag 3 september 2010

‘Unsichere Zeiten’ voor archivarissen

'Aspecten van archiefbehoud in de 21e eeuw: duurzaam behoud of 'digital cliff'?

Het Nederlands-Duitse Archiefsymposium 2010 (Bocholt, 2-3 september) had twee jonge collega’s gevraagd om hun visie te geven op hun vak in 2050. De Nederlandse bijdrage kwam van Erik-Jan Dolfing van het Gelders Archief, die de nadruk legde op de rol van dienstverlener in de productiefase van documenten. Want als het daar fout gaat, kunnen de archieven ook niet veel beginnen. Zijn slotzin is het citeren waard: ‘Zullen er in 2050 nog archivarissen zijn? Ik hoop het. Zullen we die nog als zodanig herkennen? Ik hoop van niet.’

Dirk-Jans Duitse evenknie, Bastian Gillner uit Marburg, hield een pleidooi voor een levendiger en veel toegankelijker presentatie van de prachtige en Dirk-Jan Dolfing (l) en Bastian Gillner, de aanstormende generatie archivarissenspannende verhalen uit de archieven voor een jongere generatie – maar hij deed dat zelf in een dermate lange, talige en saaie redevoering (wel zeer doorwrocht, natuurlijk) zonder ook maar één plaatje dat ik sterk het gevoel kreeg dat hij zijn eigen advies zelf nog niet echt ter harte had genomen. De ‘knop’ was duidelijk nog niet om … De Duitse collega’s gaven zelf aan dat ze nog wat achter lopen op de Nederlanders qua digitale dienstverlening (‘Wir sind zu langsam, Unsere Verwaltungen sind zu langsam’). Dat is toch best wel weer prettig om te horen als we soms denken dat de dingen in Nederland niet hard genoeg gaan.

De eerste dag van het symposium stond verder in het teken van de e-depots. Gastheer en Bocholts stadsarchivaris Dr. Hans-D. Oppel, die eind deze maand met pensioen gaatMet een vernietigende voordracht van Dr. Florian Gläser over wat er allemaal mis gaat bij de productie van archieven. De kwaliteit van het records management neemt volgens Gläser alleen maar af, vooral waar het gaat om volledigheid.  De ‘Hybridakten’ van nu (analoog en digitaal door elkaar) zijn een aardige puinhoop over het algemeen. Gläser pleitte vooral voor een pragmatische aanpak. Streven naar perfectie leidt alleen maar tot mislukkingen. De pragmatiek stond in elk geval hoog in het vaandel van Miriam Eberlein, die een kijkje gaf in de keuken van een klein stadsarchief (Heilbronn), met 0,5 fte voor alles wat digitaal is en nul middelen voor digitale verwerking. De digitale bestanden die in het archief binnenkomen worden met kunst- en vliegwerk bijeengehouden op een computer van de gemeente – waar iedere IT’er zichzelf (als hij wil) lees- en schrijfrechten kan geven ;-(.

Hanneke van Aalst, Zeeuws Archief Onze eigen Hanneke van Aalst  (Zeeuws Archief) zoomde in op het managen van medewerkers voor wie digitale verwerking nog steeds een ver-van-mijn-bed-show is. Ze vertelde over het project om drie RHC’s aan te sluiten op het Nationaal Archief, over hoe het Gemeentearchief Rotterdam de zaak aanpakte (alle medewerkers erbij betrekken) en over de cursus web 23 die het Zeeuws Archief organiseerde voor de medewerkers en die leidde tot meer zelfvertrouwen: 'het is hetzelfde werk, maar alleen een beetje anders.’ (Hannekes lezing, met hulp van Mies Langelaar in uitstekend Duits, is in het Nederlands gepubliceerd op Hannekes blog.

Sinds ik thuis een nieuwe computer heb, ga ik helemaal 'los' met plaatjes ... En ja, ik was er natuurlijk ook niet voor niks. Op speciaal verzoek hield ik een verhaal over boeken, gedrukt en digitaal, in de 21ste eeuw: Books in the digital age: will they survive? Vooral dat gedrukte boek is natuurlijk niet echt core business momenteel, maar boeken zijn altijd interessant en de KB-omgeving (en collega’s!) boden genoeg inspiratie. De Q&A ging vooral over de digitale toekomst, webarchivering, auteursrecht van digitale publicaties. Mooi om te kunnen vertellen dat we in Nederland inmiddels zo ver zijn dat we in NCDD-verband goede afspraken maken over wie wat doet, zodat we geen dubbel werk gaan doen. We zijn onze oosterburen ook daarin een paar stappen vóór.

De files vielen mee, dus ik kon vooraf nog even over de markt struinenTen slotte nog dit: ikzelf ‘deed’ het in het Engels, mijn comfort zone, maar wat spraken mijn Nederlandse collega’s allemaal een prachtig Duits. Petje af! En die Duitse taal blijft wat hebben, daar maken ze toch schitterende woorden. Ik hoorde donderdag o.a. dat we geen ‘Insellösungen’ moeten gebruiken. En wat te denken van het ‘Mitmachweb’ (web 2.0)?

(Bij zoveel moois vergeet je dus maar dat er geen powerpoint stond op de plaatselijke computer, en dat mijn presentatie alleen gered kon worden door de laptop van Guido Houbraken – waarvoor dank, Guido!)

1 opmerking:

Christian zei

Ik vind de term 'Mitmachweb' wel een gouden vondst! Meer veelzeggender dan 'Web 2.0', wat alleen maar verwarring schept.

Zelf was ik de dagen daarvoor op het (internationale) congres 'Archives withour Borders' in Den Haag. Daar viel het me vooral op hoe weinig mensen er zelfs maar Engels (durven) spreken. Nou weet ik wel dat Spaans ook een wereldtaal is, maar toch... Omdat de simultane vertaling daarvan niet lekker werkte heb ik van de bewuste presentaties maar weinig meegekregen. Jammer.

Nou goed, dat terzijde. Dank voor de samenvatting!